Als gevolg van de implementatie van de EG-richtlijn energiebelastingen in de wet belastingen op milieugrondslag en de wet op de accijns zijn de op die wetten betrekking hebbende uitvoeringsregelingen gewijzigd met ingang van 1 januari 2004.Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslagDoor de wetswijziging heeft vernummering van een aantal bepalingen over de brandstoffenbelasting plaatsgevonden en is de toepassing van de brandstoffenbelasting beperkt tot kolen. In de energiebelasting worden tarieven voor zakelijk en niet-zakelijk...

De tarieven van de wet belastingen op milieugrondslag zijn gewijzigd als gevolg van de jaarlijkse indexatie. In verband met de implementatie van de richtlijn Energiebelastingen zijn wijzigingen in de brandstoffenbelasting en de energiebelasting aangebracht, als gevolg waarvan de tarieven van deze belastingen opnieuw zijn vastgesteld, rekening houdend met de tabelcorrectiefactor. Daarom zijn deze tarieven buiten de jaarlijkse indexatie gebleven. De tabelcorrectiefactor is vastgesteld op 1,024. De tarieven van de grondwaterbelasting,...

In een procedure over de waarde van een onroerende zaak voor de WOZ moet de gemeente, die de waarde heeft vastgesteld, bewijzen, dat de waarde van het pand niet te hoog is vastgesteld. Dat bewijs werd geleverd door de waarde te vergelijken met die van andere, vergelijkbare panden en daarbij rekening te houden met de verschillen. De eigenaar van de woning had andere vergelijkingsobjecten aangewezen. Van een daarvan gaf hij...

De Douaneregeling is per 1 januari 2004 aangepast in verband met de wijziging van enkele wetten. Tegelijkertijd is een aantal technische en redactionele verbeteringen aangebracht. De wijzigingen zijn niet inhoudelijk.

een werkneemster had in 2002 een arbeidsconflict met haar werkgever. Bij de afwikkeling daarvan maakte zij kosten voor rechtsbijstand. Deze kosten werden niet vergoed. Sinds de invoering van de Wet IB 2001 kunnen dergelijke kosten niet meer worden afgetrokken. In reactie op het beroep op het gelijkheidsbeginsel merkte Hof Arnhem op dat een absolute beperking van de aftrek van kosten in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het is echter niet...

NV A had een belang van 6,3 % in NV B. Door de beursgang van NV B verwaterde het belang van NV A tot 3,6%. Daarnaast had NV A een indirect belang in NV B van 0,9%. De opbrengst van de verkochte aandelen bij de beursgang was ƒ 426.000.000; de waarde van de resterende aandelen op die datum was ƒ 973.000.000 (€ 43 per aandeel). Gedurende een zekere periode na...

Zowel het Belastingplan 2007 als het wetsvoorstel Paarse krokodil is door de Tweede Kamer aangenomen. Wel heeft de Tweede Kamer nog enkele wijzigingen in het Belastingplan 2007 aangebracht. De volgende amendementen zijn aangenomen:1. Een BV die uitsluitend één of meer DGA’s in dienst heeft is vanaf 1 januari 2008 niet meer inhoudingsplichtig voor de loonbelasting. Het salaris van de DGA wordt dan uitsluitend in de inkomstenbelasting belast.2. Diverse vrijstellingen van...

In een procedure over de aanslag vennootschapsbelasting 1997 was in geschil of de deelnemingsvrijstelling van toepassing was bij de verkoop van een 100%-belang in een buitenlandse dochtermaatschappij die als financieringsmaatschappij binnen een internationaal concern fungeerde. De dochtermaatschappij verrichtte geen actieve financieringswerkzaamheden. Op grond van de wet kwalificeert zij dan niet voor de deelnemingsvrijstelling. Enkele jaren eerder was een ruling gesloten met de belastingdienst over toepassing van de deelnemingsvrijstelling op het...

De tarieven voor de heffings- en invorderingsrente zijn voor het derde kwartaal van 2006 vastgesteld op 4,0 %. Het verloop van de rentetarieven sedert 1 januari 2000 is als volgt:2e kwartaal 2006: 3,75%;1e kwartaal 2006: 3,50%;4e kwartaal 2005: 5,00%;3e kwartaal 2005: 5,00%;2e kwartaal 2005: 5,00%;1e kwartaal 2005: 5,00%;gehele jaar 2004: 3,50%;4e kwartaal 2003: 2,00%;3e kwartaal 2003: 2,50%;2e kwartaal 2003: 3,10%;1e kwartaal 2003: 3,25%;4e kwartaal 2002: 3,25%;3e kwartaal 2002: 3,25%;2e kwartaal...

Een BV verkocht in 1999 het bedrijfspand dat zij verhuurde aan een dochtermaatschappij. Voor de bij de verkoop behaalde boekwinst wilde zij een vervangingsreserve vormen. De inspecteur stond de vorming van een vervangingsreserve niet toe wegens het ontbreken van een vervangingsvoornemen op 31 december 1999. De rechtbank Haarlem vond de ter zitting overgelegde prijsopgaaf en bouwtekeningen voor een kantoor met bedrijfshal, die dateerden van juli 2000 onvoldoende bewijs voor het...