In een arbeidsovereenkomst kan een proeftijdbeding worden opgenomen. Tijdens de proeftijd kan ieder van de partijen de arbeidsovereenkomst zonder opzegtermijn beëindigen. Een proeftijd moet op straffe van nietigheid van het beding schriftelijk worden overeengekomen. Aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan als de proeftijd in een tussen partijen geldende CAO is opgenomen. In een procedure over het al dan niet bedongen zijn van een proeftijd was tussen partijen niet in geschil dat op... |
Selected: 201202
Remove selection(s)
Een persoon die werkt voor een BV waarin hij als aandeelhouder een aanmerkelijk belang heeft, wordt geconfronteerd met de gebruikelijkloonregeling. Wanneer aannemelijk is dat voor de verrichte werkzaamheden in het economische verkeer een hoger loon gebruikelijk is dan het betaalde bedrag, wordt het loon gecorrigeerd tot een zodanig bedrag dat het niet meer dan 30% afwijkt van hetgeen gebruikelijk is. Er is sprake van een winstuitdeling als er een vermogensverschuiving... |
De staatssecretaris van Financiën heeft de Leidraad Invordering 2008 gewijzigd onder meer in verband met aanpassingen van de Invorderingswet 1990 en door de Hoge Raad gewezen arresten over betalingsonmacht. De vorige wijziging van de Leidraad Invordering 2008 dateert van 14 juni 2011. |
Met name bij zogenaamde sleutelfunctionarissen in een onderneming is het niet ongebruikelijk om in de arbeidsovereenkomst een non-concurrentiebeding en/of een relatiebeding op te nemen om te verhinderen dat de werknemer na zijn uitdiensttreding bij een directe concurrent in dienst treedt of opdrachtgevers meeneemt naar een nieuwe werkgever. De rechter heeft de bevoegdheid om de duur van dergelijke bedingen te matigen of zelfs de werking daarvan op te schorten. In een... |
Een werknemer van een bouwbedrijf overkwam eind 2006 tijdens het werk een ongeval waarbij hij zijn linkerknie en rechterheup brak. Sindsdien was de werknemer arbeidsongeschikt. Als gevolg daarvan ontving de werknemer sinds eind 2009 een WGA-uitkering. De werkgever heeft, nadat hij een ontslagvergunning had verkregen, de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 april 2010. De werknemer startte een procedure tegen zijn vroegere werkgever omdat hij meende dat het ontslag kennelijk onredelijk was.Volgens... |
Bij besluit is geregeld dat de Wet Uniformering Loonbegrip op 1 januari 2013 in werking treedt. Deze wet trekt het loonbegrip gelijk voor de heffing van loonbelasting en premies volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Door de bestaande onderlinge verschillen ervaren werkgevers de loonheffingen tot nu toe als ingewikkeld en bewerkelijk. De wet uniformering loonbegrip moet leiden tot minder administratieve lasten voor werkgevers en tot lagere uitvoeringslasten... |
In het kader van een reorganisatie verviel de functie van een werknemer. De werkgever diende daarom een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in bij de kantonrechter. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst, maar vond dat de werkgever zich onvoldoende had ingespannen om een geschikte of een passende functie te vinden voor de betreffende werknemer. In ieder geval waren er twee functies die geschikt of passend hadden kunnen zijn voor de... |
Ter stimulering van de huizenmarkt is het tarief van de overdrachtsbelasting tijdelijk verlaagd van 6 naar 2%. De tijdelijke verlaging geldt voor de periode van 15 juni 2011 tot 1 juli 2012. Aan de vaste commissie van Financiën is een petitie aangeboden om de tijdelijke verlaging van het tarief terug te laten werken tot 15 september 2010. De staatssecretaris zal dat voorstel niet uitvoeren. De bedoeling van de regeling is... |
In het kader van een reorganisatie verviel de functie van een werknemer. Er was een sociaal plan opgesteld, waarin stond dat de werkgever ernaar streefde om voor de werknemers een andere passende functie te vinden. Een passende functie kon volgens het plan maximaal een functieniveau hoger of lager zijn dan de oude functie. Nadat een werknemer boventallig was verklaard was hij vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. De werknemer wilde... |
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad vormt duurzame zelfbewoning van een woning, die tot het ondernemingsvermogen behoort, een waardedrukkende omstandigheid voor de woning op het tijdstip van staking van de onderneming. Een zogenaamde stolpboerderij bestond uit een woon- en een bedrijfsgedeelte. De rechtbank stelde vast dat het woongedeelte en het bedrijfsgedeelte samen één onroerende zaak vormen. Niet van belang is dat de stolpboerderij fiscaal is gesplitst in privé- en... |