Topmanagement mist gevoel voor BI

Het topmanagement toont in het algemeen weinig interesse in business intelligence (bi), alle lofwaardige pogingen om het daar op de agenda te krijgen ten spijt. Eigenlijk niet zo verbazingwekkend. Bi richt zich immers vooral op interne processen en op signaleren van wat er mis gaat. Leuk voor het middelmanagement maar de top houdt zich liever bezig met de buitenwereld en de kansen die daar liggen.

Business intelligence (bi)-rapportages en -analyses gaan vrijwel altijd over wat er in het verleden binnen de eigen onderneming gebeurd is. Managers worden geattendeerd op waar zij moeten ingrijpen of het zelf beter moeten doen door prestaties te toetsen aan normen. Hierdoor blijven kansen liggen. Ook verslaglegging over externe activiteiten als verkoop worden door bi gesimplificeerd door het te beperken tot eigen verkoopcijfers in relatie tot intern vastgestelde budgetten.

Termen als big data en predictive modelling worden vooral door de leveranciers van tools en diensten naar de markt gepusht, maar de feitelijke ontwikkelingen binnen de organisatie richten zich maar zeer beperkt op verbreding van de inhoud. Vooral de verpakking (visualisatie) en distributie (selfservice) staan daar als nieuwe ontwikkelingen in de aandacht. Hoe zinvol ook, het heeft toch iets weg van oude wijn in nieuwe zakken. De wereld van het topmanagement en van bi blijven daarmee feitelijk mijlen uit elkaar liggen, behalve bij een relatief kleine groep van organisaties die business intelligence zelf als kans benaderen.

Toenemend belang interne oriëntatie

Ondanks deze interne focus heeft business intelligence de wind mee nu de buitenwereld zich is gaan bemoeien met interne zaken die fout kunnen gaan. De externe roep om transparantie is de afgelopen jaren één van de belangrijkste impulsen geweest om bi verder uit te bouwen met allerlei door de toezichthouders voorgeschreven rapportages.Het heeft iets paradoxaals dat juist een externe impuls bi in staat heeft gesteld groei te realiseren terwijl zij zich zelf intussen tot haar eigen beperkte gebied bleef beperken.Nu de externe wereld zich tegen de interne zaken van de organisatie aan gaat bemoeien, zal ook de top mee moeten. De top kan zich immers niet veroorloven dat zij geen inzicht heeft in zaken die een risico voor het imago en de positie van de onderneming vormen.

Wat betekent dit voor bi?

Toch vrees ik dat de topmanagers lichtelijk teleurgesteld worden, als bi zich in hun ogen hiertoe blijft beperken. Zij zullen weliswaar gecharmeerd zijn van betrouwbare historische feiten. Maar voor de strategische besluitvorming wil de top vooral vooruit kijken naar wat er extern te gebeuren staat en wat dit voor de eigen organisatie aan kansen en bedreigingen met zich mee brengt.De traditionele business intelligence is sterk gericht op het creëren van een eenduidige versie van de waarheid en het bewaren van historie. De focus ligt dan ook sterk op data-integratie en datakwaliteit. Voor tactische en operationele sturing buitengewoon relevant, maar voor strategische sturing krijgt bi alleen waarde als het helpt bij het kiezen op grond van onzekere toekomstige uitkomsten. Misschien komen we met beter te helpen vooruitkijken ook eens af van die obligate verklaringen achteraf dat 'op grond van de huidige kennis' bepaalde foute beslissingen nooit genomen zouden zijn.

Lees meer.