De minister van Financiën heeft de tarieven van de heffings- en invorderingsrente voor het vierde kwartaal van 2010 vastgesteld. Voor het vijfde achtereenvolgende kwartaal is de rente ongewijzigd. De rente bedraagt 2,50%. Het verloop van de rentetarieven sinds 1 januari 2007 is als volgt:4e kwartaal 2010: 2,50%3e kwartaal 2010: 2,50%2e kwartaal 2010: 2,50%1e kwartaal 2010: 2,50%4e kwartaal 2009: 2,50%3e kwartaal 2009: 2,75%2e kwartaal 2009: 3,50%1e kwartaal 2009: 4,90%4e kwartaal 2008:... |
Selected: 201008
Remove selection(s)
De Uitvoeringsregeling Accijns bevat voorschriften over de netto inhoud van verpakkingen van tabaksproducten. Tabaksproducten mogen alleen in voorgeschreven hoeveelheden verkocht worden. Op verzoek van de branche kan rooktabak met ingang van 1 oktober ook in een verpakking van 95 gram worden verkocht. De Uitvoeringsregeling is in die zin aangepast. |
Na een boekenonderzoek bij een BV legde de inspecteur een navorderingsaanslag op aan de BV over het jaar 2002. Ten opzichte van de aangegeven winst had de inspecteur vier correcties aangebracht. Het betrof een correctie op afschrijving goodwill, een correctie op de oprenting van een stamrecht, een correctie van de geboekte inkopen en correctie van de representatiekosten. In de procedure over de navorderingsaanslag oordeelde de rechtbank dat de inspecteur voor... |
Een BV had uitgaven ten laste van haar winst gebracht die betrekking hadden op het woonhuis van de dga en die geen zakelijk belang dienden. De BV had door deze uitgaven ten laste van de winst te brengen een onjuiste aangifte vennootschapsbelasting ingediend. Omdat de belastingdienst ten tijde van het opleggen van de aanslag niet kon weten dat de aangifte onjuist was, was sprake van een nieuw feit en mocht... |
Het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en Japan is ondertekend. Het nieuwe belastingverdrag wordt zowel in Nederland als in Japan ter goedkeuring voorgelegd aan het parlement. Naar verwachting treedt het nieuwe verdrag per 2012 in werking. Belangrijke wijziging is een verlaging van de bronbelasting. Dat maakt het voor Nederlandse ondernemers aantrekkelijker om zaken te doen in Japan en voor Japanse bedrijven interessanter om te investeren in Nederland. Daarnaast is in het... |
Bij de registratie van een personenauto in Nederland moet BPM worden betaald. Dat geldt niet alleen voor nieuwe auto’s, maar ook voor gebruikte auto’s. Bij de invoer van gebruikte auto's hoeft uiteraard niet over de volledige nieuwwaarde BPM te worden betaald, maar wordt rekening gehouden met de afschrijving. Volgens de Hoge Raad moet bij de waardebepaling van een gebruikte auto voor de heffing van BPM de inruilwaarde zoals de handel... |
Een in Frankrijk wonende aandeelhouder van een in Nederland gevestigde BV kocht van deze BV een pand in Nederland. Op de dag van aankoop verkocht hij het pand door met een winst van € 75.000. De Nederlandse belastingdienst belastte de winst op de aan- en verkoop van het pand als resultaat uit overige werkzaamheden. De aandeelhouder meende dat Nederland op grond van het belastingverdrag met Frankrijk geen heffingsrecht met betrekking... |
Bij de vervreemding van tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen wordt het verschil tussen de opbrengst (vervreemdingsprijs) en de kostprijs (verkrijgingsprijs) belast. Om te voorkomen dat een deel van de waardestijging wordt belast dat niet tijdens een periode van Nederlandse belastingplicht is ontstaan, geldt voor mensen die in Nederland gaan wonen en op dat tijdstip aanmerkelijk belangaandelen hebben een afwijkende verkrijgingsprijs. In die gevallen geldt niet de kostprijs maar de... |
Een handelaar in woningen kocht woningen op openbare veilingen. Een deel van zijn omzet bestond uit strijkgelden. Strijkgeld is de premie voor de hoogste bieder in de eerste fase van een veiling. Het strijkgeld bedraagt meestal 1% van de inzet en wordt door de verkoper betaald. De handelaar werkte op veilingen samen met anderen om een woning tegen een zo laag mogelijke prijs te verkrijgen. Het daarbij ontvangen strijkgeld werd... |
Bij het opleggen van een naheffingsaanslag omzetbelasting legde de belastingdienst een vergrijpboete op omdat de belastingplichtige opzettelijk te weinig belasting zou hebben aangegeven en voldaan. De belastingplichtige bestreed dat sprake was van opzet. Daarom diende de inspecteur opzet van de belastingplichtige aannemelijk te maken. Als onderbouwing voerde de inspecteur een verklaring van de belastingplichtige aan voor de geconstateerde verschillen tussen de aangiften en de grootboekrekeningen in de administratie. De belastingplichtige... |