In de loop van een procedure stelt de rechter een tijdstip vast waarop de zaak wordt behandeld, de zogenaamde zitting. Bij het vaststellen van de dag van de zitting zal zoveel mogelijk rekening gehouden worden met verhinderdata van beide partijen. Toch kan het voorkomen dat, nadat de zitting is vastgesteld, een van de partijen verhinderd is om ter zitting te verschijnen of om zich op de behandeling voor te bereiden. |
Selected: 200705
Remove selection(s)
Volgens Hof Leeuwarden konden kosten van vertegenwoordiging niet worden gerekend tot de aftrekbare kosten van ziekte en invaliditeit als bedoeld in de Wet IB 1964. Volgens het Hof was niet aannemelijk dat deze kosten geneeskundig of heelkundig van aard waren. Voor zover het zou gaan om vervoerskosten van een cliëntvertegenwoordiger vielen de kosten niet onder de als ziektekosten aftrekbare vervoerskosten. De Hoge Raad vindt de opvatting van het Hof te... |
Een bedrijf dat gebruik maakt van arbeidskrachten van een andere werkgever (inlening van personeel) is hoofdelijk aansprakelijk voor de door die andere werkgever verschuldigde premies werknemersverzekeringen. Voor hoofdelijke aansprakelijkheid moet er niet alleen sprake zijn van inlening maar ook van toezicht of leiding door de inlener. Voor de beoordeling van de aansprakelijkstelling van een inlener is van belang dat wordt vastgesteld dat de uitlener de premienota’s niet heeft betaald. De... |
In een bekend jazzcafé traden op 3 à 4 dagen per week artiesten op. Jaarlijks organiseerde het café ongeveer 200 optredens. De overeengekomen vergoeding lag meestal tussen ƒ 600 en ƒ 1.200, maar hogere bedragen kwamen ook voor. Volgens Hof Amsterdam ging de exploitant van het café zogenaamde overeenkomsten van korte duur aan met de artiesten. Voor de loonbelasting worden dergelijke overeenkomsten als dienstbetrekkingen beschouwd. De uitbetaalde vergoedingen worden in... |
In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de heffing van btw bij de invoer van kunstwerken. Aanleiding voor de vragen was een krantenbericht dat betrekking had op een werk van een bepaalde kunstenaar. De staatssecretaris heeft meegedeeld dat de antwoorden op eerdere vragen over de fiscale behandeling van beeldhouwwerken nog steeds gelden. Bij de invoer van kunstvoorwerpen geldt een douanerecht van 0% en het verlaagde btw-tarief van 6%. In... |
Volgens de kantonrechter zijn de Nederlandse Spoorwegen (NS) als werkgever aansprakelijk voor de psychische schade die een treinconducteur heeft opgelopen in de uitoefening van zijn functie. De psychische schade was het gevolg van agressie van reizigers en van de confrontatie met zelfdodingen en dodelijke ongevallen. De kantonrechter stelde vast dat schade was geleden in de uitoefening van de functie. NS was op grond van de Arbowet verplicht een beleid te... |
Hof Amsterdam onderschrijft het oordeel van de rechtbank Haarlem dat de voordelen die iemand geniet uit zijn werkzaamheden als afloskapitein moeten worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden dan wel als winst uit onderneming. De inspecteur had geweigerd op het verzoek van de belanghebbende een dienovereenkomstige verklaring arbeidsrelatie te geven, maar kwalificeerde inkomsten als loon uit dienstbetrekking. Volgens de rechtbank had de afloskapitein voldoende zelfstandigheid ten opzichte van zijn opdrachtgevers,... |
De staatssecretaris van Financiën heeft de memorie van antwoord inzake het voorstel van wijziging van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 in verband met de introductie van een regeling voor vrijgestelde beleggingsinstellingen en een aanpassing van de regeling voor beleggingsinstellingen met een uitdelingsverplichting naar de Eerste Kamer gestuurd. De vorige minister van Financiën nam in een brief aan de Tweede Kamer het standpunt in dat Nederland ook in verdragssituaties belasting... |
Sinds de invoering van het Belastingplan 2001 bestaat de mogelijkheid van een geruisloze terugkeer uit een BV wanneer de in de BV gedreven onderneming door de aandeelhouder(s) wordt voortgezet. De geruisloze terugkeer is de tegenhanger van de geruisloze inbreng van een onderneming in een BV. Vanwege die samenhang leidt de rechtbank Arnhem uit een arrest van de Hoge Raad uit 1997 over de geruisloze inbreng af dat een geruisloze terugkeer... |
Bij de beëindiging van het bedrijf door een ondernemer moet de ondernemer belasting betalen over de in het bedrijf aanwezige meerwaarden, zoals het verschil tussen de werkelijke waarde en de boekwaarde van een bedrijfspand. Uitstel van belastingbetaling kan worden verkregen door het aankopen van een lijfrente. De koopsom voor de lijfrente vormt een aftrekpost op het inkomen van de ondernemer. De uitkeringen uit de lijfrente zijn belast in het jaar... |