Volgens rechtspraak van het Hof van Justitie EU (arrest Renneberg) heeft een inwoner van een lidstaat van de EU die in een andere lidstaat werkt, recht op aftrek van de negatieve inkomsten uit eigen woning in het werkland, als hij daar nagenoeg zijn volledige belastbare inkomen verdient en hij in zijn woonland de negatieve inkomsten uit zijn eigen woning niet in aftrek kan brengen. Voorwaarde voor dit recht op aftrek... |
Selected: 201108
Remove selection(s)
Ondernemers hebben de keuze om zaken tot hun privévermogen of hun ondernemingsvermogen te rekenen, zolang zij bij die keuze de grenzen der redelijkheid niet overschrijden. Discussie over de vermogensetikettering doet zich met name voor bij onroerende zaken die deels zakelijk en deels niet-zakelijk worden gebruikt. Een ondernemer overschrijdt de grenzen der redelijkheid als hij een gedeelte van een juridisch niet gesplitst pand dat zelfstandig rendabel te maken is en door... |
Op grond van internationale verdragen zijn inkomsten die werknemers van bepaalde organisaties verdienen vrijgesteld van inkomstenbelasting in het woonland van de werknemers. Dat geldt ondermeer voor werknemers van de Europese Octrooiorganisatie en voor werknemers van de NAVO. De vraag was of het vrijgestelde inkomen van dergelijke internationale ambtenaren al dan niet medebepalend is voor de berekening van de drempel voor aftrekbare kosten als de buitengewone uitgaven. Hof Den Haag oordeelde... |
De arbeidsverhouding van een dga en zijn BV is een bijzondere. Door het aandeelhouderschap heeft de dga immers een mate van zeggenschap die ontbreekt bij een werknemer die geen aandeelhouder is. Civielrechtelijk kan tussen een dga en de BV een arbeidsovereenkomst bestaan. De Hoge Raad heeft in het verleden geoordeeld dat in het algemeen de arbeidsverhouding van de directeur een dienstbetrekking is, met als gevolg dat de directeur de opdrachten,... |
Box 3 van de Inkomstenbelasting omvat het voordeel uit sparen en beleggen. Dat voordeel wordt gesteld op 4% van de rendementsgrondslag. Tot 1 januari 2011 werd de rendementsgrondslag aan het begin en aan het einde van het kalenderjaar vastgesteld en werd het forfaitaire rendement berekend over de gemiddelde rendementsgrondslag van een kalenderjaar.De rendementsgrondslag is gelijk aan de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden. Tot de... |
De exploitant van een jachthaven claimde voor een deel van zijn omzet de toepassing van het lage tarief voor de omzetbelasting. De exploitant trok een parallel met het geven van gelegenheid tot kamperen binnen het kader van het kamp- en vakantiebestedingsbedrijf en met het verlenen van toegang tot voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen. Voor deze diensten geldt het verlaagde tarief. Volgens de rechtbank verrichtte de exploitant slechts één prestatie,... |
Loon is de verzameling van alle voordelen die iemand uit een dienstbetrekking geniet. Onderdeel van het loon is het voor privéritten gebruik mogen maken van een auto van de zaak. Een eigen bijdrage van de werkgever voor het privégebruik komt in mindering op de bijtelling. Een werkgever met een leaseregeling stond aan werknemers die voor een leaseauto in aanmerking kwamen toe dat zij een duurdere auto uitkozen dan de voor hen... |
Met de invoering van de Wet IB 2001 is de mogelijkheid voor mensen in loondienst om zogenaamde beroepskosten in aftrek te brengen vervallen. In een enkel geval leidt dat tot ongelukkige uitkomsten. Zo kunnen de advocaatkosten die een werknemer maakt vanwege een arbeidsconflict met zijn werkgever behoorlijk oplopen. Onder de oude wet waren dergelijke kosten aftrekbaar. Onder de huidige wet zijn ze dat niet en komen deze kosten ten laste... |
Het depositogarantiestelsel garandeert deposito’s van particulieren en bedrijven bij banken tot een maximum van € 100.000 per depositohouder per bank. Het stelsel keert uit wanneer de bank niet meer in staat is om particulieren en bedrijven over hun tegoeden te laten beschikken. Het stelsel wordt op dit moment achteraf gefinancierd. Banken hoeven dus pas te betalen wanneer er een beroep op de garantie wordt gedaan. Het kabinet wil de wijze... |
Een bank verstrekte een krediet aan drie BV’s en hun twee aandeelhouders/natuurlijke personen gezamenlijk. Het gehele kredietbedrag werd feitelijk ter beschikking gesteld van een van de BV’s en gebruikt voor haar bedrijfsuitoefening. Nadat deze BV failliet werd verklaard, vorderde de bank onmiddellijke terugbetaling van het openstaande bedrag. Alle kredietnemers waren hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld aan de bank. In verband daarmee schreef de bank een bedrag van € 7.212 af... |