Een kantoorpand met een aparte bovenwoning is in 1990 aangeschaft voor ƒ 290.000. Voor de bovenwoning is in 1997 een WOZ-waarde vastgesteld van ƒ 105.000, gevolgd door een aanslag onroerende zaakbelasting. Later in dat jaar wordt een aanslag onroerende zaakbelasting voor het kantoorgedeelte opgelegd, uitgaande van een WOZ-waarde van ƒ 308.000. In geschil is, of de inspecteur bevoegd was die laatste aanslag op te leggen. Niet in geschil is, dat...

Wie een eigen huis heeft moet het zogenaamde eigenwoningforfait bij zijn inkomen tellen. Dat forfait is een percentage van de WOZ-waarde van de woning. De bijtelling wordt niet verminderd wanneer tijdens een ingrijpende verbouwing van de woning feitelijk maar een gedeelte van de woning bewoond kan worden. Criterium is, of de woning ter beschikking staat aan de eigenaar en zijn gezin. Hoewel de woning tijdens een verblijf in het buitenland...

Bij de verkoop van een van haar deelnemingen ontvangt een houdstermaatschappij een deel van de koopsom in aandelen van de koper. Het belang, dat de houdstermaatschappij daardoor in de koper krijgt, is beperkt tot ongeveer 0,15%. Door verkoop van ontvangen aandelen en door de afgesproken betaling in termijnen vertoont het belang een wisselend beeld. In geschil is of het belang een deelneming vormt, waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Vanwege...

In verband met de aanpassing van de wettelijke bepalingen voor de aftrek van een op medisch voorschrift gevolgd dieet is het besluit, waarin de aftrek van de extra kosten van een Moermandieet is geregeld, aangepast. De kosten van een dergelijk dieet zijn aftrekbaar als het op voorschrift van een arts wordt gevolgd en als de kosten per jaar meer bedragen dan de gebruikelijke kosten van voeding vermeerderd met een bedrag...

Per 1 januari 1997 is het aanmerkelijk belangregime in de wet op de inkomstenbelasting gewijzigd. Die wijzigingen hadden ondermeer tot gevolg, dat de grens voor een aanmerkelijk belang is gedaald van 33,33% naar 5%. Als gevolg daarvan kwalificeerde het aandelenbezit van de belanghebbende in een procedure voor Hof Arnhem als een aanmerkelijk belang per 1 januari 1997 en diende de verkrijgingsprijs van dat belang per die datum te worden vastgesteld.

Ook in een jaar, waarin de eigen woning grondig wordt verbouwd, moet het huurwaardeforfait worden aangegeven, zolang niet is aangetoond, dat de woning niet als hoofdverblijf ter beschikking staat. In een procedure voor Hof Den Bosch kon de woningeigenaar niet aantonen, dat de woning onbewoonbaar was tijdens de verbouwing of dat hij om die reden bij zijn buren had ingewoond. Volgens het Hof was er een verbouwing van het pand...

Met ingang van 1 januari 2003 is de wet op het BTW-compensatiefonds van kracht. Die wet geeft aan overheden het recht op compensatie voor de aan de overheden in verband met hun overheidsprestaties in rekening gebrachte BTW. Door overheden opgerichte samenwerkingsverbanden, die een overheidstaak uitoefenen, kunnen geen beroep doen op het BTW-compensatiefonds. Wanneer dat samenwerkingsverband geen ondernemer is voor de omzetbelasting of vrijgestelde prestaties verricht komen de samenwerkende overheden daardoor...

De gemeente Hilversum legde een tweetal naheffingsaanslagen parkeerbelasting op aan iemand. Zijn bezwaarschriften daartegen werden afgewezen. Vervolgens ging hij in beroep bij het Hof. Het Hof vond, dat de ene aanslag terecht was opgelegd en deed geen uitspraak over de andere. In cassatie heeft de Hoge Raad uitgemaakt, dat het hof in zijn redenering, dat de ene aanslag terecht was opgelegd, enkele steken had laten vallen. Zo ging het Hof...

Een BV heeft schulden aan een voormalige aandeelhouder. Met de schuldeiser wordt overeengekomen, dat de schulden slechts ten dele worden betaald. Het voordeel, dat de BV hierdoor heeft, wordt door creditering in de rekening-courantverhouding met de huidige aandeelhouder aan hem toegekend. Door het toekennen aan de aandeelhouder van een voordeel, dat niet aan hem toekomt, doet de BV een winstuitdeling, die bij de aandeelhouder belast is. Hof Arnhem heeft in...

Een inwoner van Nederland, die werkzaam is in België, valt onder de Belgische sociale verzekeringswetgeving. Vanwege de grensarbeidersregeling, die onder het oude verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met België bestond, viel hij onder de Nederlandse inkomstenbelasting. Hij heeft geen recht op het gedeelte van de heffingskorting, dat samenhangt met de premieheffing volksverzekeringen, omdat hij niet in Nederland verzekerd is. Dat houdt geen verboden discriminatie in volgens Hof Den Bosch.