In 1993 verkochten en leverden de ouders aan ieder van hun twee kinderen de onverdeelde helft van de ouderlijke woning onder voorbehoud van het recht van gebruik en bewoning tot het overlijden van de langstlevende. De koopsom voor de blote eigendom bedroeg ƒ 33.320; de waarde van de woning in het economische verkeer bedroeg op dat moment ƒ 110.000. In 2003 overleed een van de ouders. Bij het vaststellen van... |