De overdrachtsbelasting kent een vrijstelling voor de verkrijging door een of meer kinderen van onroerende zaken die behoren tot en dienstbaar zijn aan een onderneming van de (groot)ouder. Daarvoor is nodig, dat de onderneming door het kind of die kinderen wordt voortgezet. De staatssecretaris heeft in een besluit uit 2001 een toelichting op deze vrijstelling gegeven. Nu geeft hij in een vraag- en antwoordbesluit een nadere toelichting, alsmede een aantal... |