De winst van een onderneming wordt vastgesteld met inachtneming van de beginselen van goed koopmansgebruik. Een van deze beginselen is dat niet gerealiseerde winst niet verantwoord hoeft te worden en dat verliezen mogen worden genomen wanneer zij voorzienbaar zijn. Een voorbeeld van ongerealiseerde winst deed zich voor in de volgende casus. Een BV kocht een woonhuis met 1,8 ha grond voor € 435.000. Korte tijd later verkocht de BV het woonhuis... |
Selected: Ondernemingswinst201112
Remove selection(s)
Een vennootschap onder firma met drie vennoten dreef een tuindersbedrijf. Twee van de vennoten waren eigenaar van de grond, die zij rekenden tot hun buitenvennootschappelijk bedrijfsvermogen. Zij verkochten de grond voor een prijs van € 1.951.000, inclusief een bedrag van € 340.000 voor de glasopstanden. In geschil was of de opbrengst van de glasopstanden onder de landbouwvrijstelling viel of dat het om opbrengst van de opstal zelf ging. In dat... |
Als de waarde van een vordering die een ondernemer heeft op een ander door omstandigheden is gedaald, kan de ondernemer de vordering in beginsel ten laste van zijn winst afwaarderen. De ondernemer moet die lagere waardering wel kunnen onderbouwen. In de praktijk lukt dat niet altijd. Een vennootschap had een lening verstrekt aan een andere vennootschap. De aandeelhouder van deze laatste vennootschap had aan de geldverstrekkende vennootschap en haar aandeelhouder... |
Een aandeelhouder kan geld verstrekken aan een vennootschap in de vorm van een lening of in de vorm van kapitaal. In beginsel is de civielrechtelijke vorm van de geldverstrekking beslissend voor de fiscale gevolgen daarvan. Deze regel kent een drietal uitzonderingen, te weten: 1. de schijnlening, 2. de deelnemerschapslening, en 3. de bodemlozeputlening. Deze uitzonderingen zijn door de Hoge Raad in zijn jurisprudentie uitgewerkt. Volgens de Hoge Raad past het niet in het... |