Ontslag op staande voet is alleen mogelijk wanneer daarvoor een dringende reden bestaat die bovendien onverwijld aan de werknemer wordt meegedeeld. In een procedure voor de Hoge Raad was de vraag of een strafrechtelijke veroordeling een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert.De procedure had betrekking op een werknemer die op 30 augustus 2006 werd veroordeeld voor een strafrechtelijk vergrijp. De werkgever stuurde de werknemer op 1 februari 2007... |
Selected: 201012
Remove selection(s)
Bij de aankoop van een 100%-deelneming nam de koper ook een vordering van de verkoper op de deelneming over. De overgenomen vordering bedroeg € 680.670 (ƒ 1.500.000). De koper bleef dit bedrag schuldig aan de verkoper. Deze schuld aan de verkoper werd achtergesteld ten opzichte van andere schulden. De rente bedroeg 5% per jaar; de aflossing was winstafhankelijk, terwijl de schuld per 1 januari 2003 definitief zou vervallen. De belastingdienst... |
Op grond van de Nederlandse wet op de Omzetbelasting 1968 is het verlaagde tarief ondermeer van toepassing op het verlenen van toegang tot openbare musea, sportwedstrijden en attractieparken. De exploitant van een sportstadion hanteerde het lage tarief niet alleen voor het verlenen van toegang tot evenementen die plaatsvonden in het stadion, maar ook voor rondleidingen door het stadion gekoppeld aan een bezoek aan het museum van de sportvereniging die zijn thuishaven... |
Een herstructurering kan binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting plaatsvinden zonder fiscale gevolgen. Soms klopt de planning niet en vindt de herstructurering plaats voordat de fiscale eenheid tot stand is gekomen. De aandeelhouders van een BV stelden een intentieverklaring op waarin stond dat er twee dochtervennootschappen zouden worden opgericht die ieder weer een kleindochtermaatschappij zouden oprichten waarin de feitelijke activiteiten zouden worden ondergebracht. In de intentieverklaring stond dat de herstructurering... |
Het Hof van Justitie EG besliste op 18 oktober 2007 in het Van der Steenarrest dat een directeur-grootaandeelhouder die een arbeidsovereenkomst heeft met zijn BV geen ondernemer voor de omzetbelasting is. De staatssecretaris van Financiën heeft de gevolgen van dat arrest voor de praktijk in een besluit uiteengezet. In dat besluit heeft de staatssecretaris meegedeeld dat niet zal worden teruggekomen op de periode tot 18 oktober 2007. Voor de toepassing... |
Aan de houder van een aanmerkelijk belang in een in het buitenland gevestigde beleggingsvennootschap wordt jaarlijks een forfaitair voordeel toegerekend. Dit voordeel bedraagt 4% van de waarde van de aandelen. Het in aanmerking nemen van een forfaitair voordeel is geen door het EG-verdrag verboden belemmering van het kapitaalverkeer. De betreffende bepalingen in de Wet IB 2001 zijn op de voornaamste punten identiek aan de overeenkomstige bepaling van de Wet IB... |
Het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen door een aanmerkelijk belanghouder aan zijn BV valt onder het resultaat uit overige werkzaamheden. Dat is de restcategorie van box 1 waarin inkomsten vallen die niet kunnen worden aangemerkt als winst uit onderneming of als loon uit dienstbetrekking. De dga van een BV verhuurde het bedrijfspand aan de BV. De BV exploiteerde een supermarkt die onderdeel vormde van een keten. In overleg met het... |
Eén van de belastingen die gemeenten op grond van de Gemeentewet mogen heffen is de toeristenbelasting. Dat is een belasting op het overnachten binnen een gemeente in hotels, pensions en andere vakantieverblijven door mensen die niet in de gemeente zijn ingeschreven.Een uitzendbureau dat werkte met overwegend Poolse uitzendkrachten bezat een pand waarvan de kamers verhuurd werden aan uitzendkrachten. Het bedrijf had een vergunning van de gemeente voor het exploiteren van... |
Bij de geruisloze inbreng van een onderneming in een BV neemt de BV de fiscale claims op de meerwaarde in de vermogensbestanddelen van de onderneming op zich en hoeft de ondernemer die zijn onderneming inbrengt geen inkomstenbelasting te betalen over deze meerwaarde. Onderdeel van het vermogen van een geruisloos ingebrachte onderneming vormde een 50%-belang in een BV. Volgens de door de inspecteur afgegeven beschikking geruisloze overgang en de daarbij behorende... |
In een procedure over de WOZ-waarde van een woning in aanbouw ging de discussie over de invloed van een aanbouw op de waarde. Als uitgangspunt voor de vaststelling van de waarde was gekozen voor de betaalde koop-/aanneemsom vermeerderd met de kosten van het op de toestandsdatum verrichte meerwerk. De eigenaar voerde aan dat de kosten van de aanbouw op de begane grond onderdeel vormden van de door hem betaalde koop-/aanneemsom. |