Per 1 januari 2011 treedt het basispartnerbegrip van de Algemene wet rijksbelastingen (AWR) in werking. Het basispartnerbegrip geldt voor alle belastingwetten, dus ook voor de Successiewet 1956. Het partnerbegrip van de AWR en het partnerbegrip van de Successiewet 1956 stemmen niet geheel overeen, omdat de schenk- en erfbelasting een aantal aanvullende eisen stelt. Deze eisen komen voort uit het specifieke karakter van de schenk- en erfbelasting, waarbij partners een aanzienlijk... |
Selected: 201009
Remove selection(s)
MisbruikbestrijdingDe handel in lege vennootschappen wordt bestreden door verrekening van winsten met eerdere verliezen en verrekening van verliezen met eerdere winsten niet toe te staan. Deze bepaling in de Wet op de Vennootschapsbelasting bevat een lacune, aangezien de verrekening van verliezen en winsten in het jaar van overdracht mogelijk is. Dat wordt nu onmogelijk gemaakt. TarievenDe vennootschapsbelasting kent twee tarieven, het zogenaamde MKB-tarief van 20% over een winst tot € 200.000... |
De accijns op sigaretten en rooktabak (shag) wordt met ingang van 1 maart 2011 verhoogd. Per pakje sigaretten van 19 stuks leidt dit tot een accijnsverhoging van 22,2 cent. Op basis van deze accijnsverhoging mag een prijsverhoging van iets meer dan 26 cent inclusief btw worden verondersteld. Voor shag betekent dit een accijnsverhoging van 22,2 cent per pakje van 45 gram, met een veronderstelde prijsverhoging inclusief btw van iets meer... |
Bij de behandeling van het Belastingplan 2010 is een vrijstelling voor MKB-beleggingen in box 3 ingevoerd. Er geldt een eenmalige heffingskorting in het jaar van verwerving van dergelijke beleggingen, die wordt teruggenomen als de beleggingen binnen drie jaar daarna worden vervreemd. De Europese Commissie heeft de maatregelen beoordeeld op mogelijke staatssteunaspecten. Op grond daarvan moeten aanvullende voorwaarden worden opgenomen. De belangrijkste wijziging is dat de maatregelen alleen mogen gelden voor... |
Jaarlijks wordt op Prinsjesdag bekend gemaakt welke fiscale maatregelen het kabinet voor het komende jaar wil nemen. Die maatregelen liggen vast in het jaarlijkse Belastingplan. Het Belastingplan 2011 bestaat uit twee wetsvoorstellen, namelijk het eigenlijke Belastingplan 2011 en de Overige Fiscale Maatregelen 2011. Het Belastingplan 2011 bevat de maatregelen die betrekking hebben op het budgettaire en het koopkrachtbeleid voor het komende jaar. Alle andere fiscale maatregelen die niet in het... |
Bij de levering van onroerende zaken is in beginsel overdrachtsbelasting verschuldigd. Om te voorkomen dat overdrachtsbelasting wordt ontgaan door het tussenschuiven van een vennootschap, is ook overdrachtsbelasting verschuldigd bij de overdracht van aandelen in bepaalde rechtspersonen waarin onroerende zaken zijn ondergebracht. Het bezit van de rechtspersoon moet voor 70% of meer bestaan uit in Nederland gelegen onroerende zaken om als een zogenaamd onroerende zaaklichaam te worden aangemerkt. Door verwatering van... |
De tijdelijk verruimde mogelijkheid om de btw per kwartaal aan te geven en te betalen wordt structureel gemaakt. |
Vooruitlopend op het Belastingplan had de minister van Financiën al een aantal tijdelijke maatregelen om de woningmarkt te stimuleren bekend gemaakt. • Van 1 oktober 2010 tot 1 juli 2011 geldt voor renovatie en herstel van woningen het verlaagde btw-tarief van 6% op arbeidsloon. Het lage tarief geldt niet voor de gebruikte materialen.• De verhoogde grens van € 350.000 voor de NHG-garantie op hypotheken geldt ook in het jaar 2011.•... |
De Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) voorziet niet in de mogelijkheid om op verzoek van de burger een definitief toegekende toeslag te verhogen die eigenlijk te laag is als de bezwaartermijn is verstreken. Herziening van een onherroepelijk geworden tegemoetkoming in het voordeel van de belanghebbende wordt nu mogelijk gemaakt. Hiermee wordt bereikt dat een te laat ingediend bezwaarschrift inhoudelijk kan worden beoordeeld. De regeling komt daarmee overeen met de regeling... |
Eén van de maatregelen die is genomen ter bestrijding van de economische crisis is de tijdelijke willekeurige afschrijving voor investeringen in bedrijfsmiddelen. Deze regeling biedt de mogelijkheid om investeringen die bedrijven in 2009 en 2010 hebben gedaan voor maximaal 50% af te schrijven in het investeringsjaar. Het restant mag in een of meer van de volgende jaren willekeurig worden afgeschreven. Deze tijdelijke maatregel is met een jaar verlengd en geldt... |