Bij het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting wordt heffingsrente berekend over het op de aanslag te betalen bedrag. Vanaf 2005 tot en met 2009 werd heffingsrente berekend over de periode van 1 juli van het aanslagjaar tot de dag van de dagtekening van het aanslagbiljet. Dat systeem had tot gevolg dat heffingsrente werd berekend over een periode voordat een bate was ontvangen als de bate na 1 juli werd ontvangen.

De minister van Financiën heeft de tarieven van de heffings- en invorderingsrente voor het derde kwartaal van 2010 vastgesteld. Voor het vierde achtereenvolgende kwartaal bedraagt het rentepercentage 2,50. Het verloop van de rentetarieven sinds 1 januari 2007 is als volgt:3e kwartaal 2010: 2,50%2e kwartaal 2010: 2,50%1e kwartaal 2010: 2,50%4e kwartaal 2009: 2,50%3e kwartaal 2009: 2,75%2e kwartaal 2009: 3,50%1e kwartaal 2009: 4,90%4e kwartaal 2008: 5,45%3e kwartaal 2008: 5,15%2e kwartaal 2008: 4,75%1e...

De inspecteur heeft de mogelijkheid om een belastingplichtige zowel positieve als negatieve voorlopige aanslagen op te leggen. Een voorlopige aanslag kan worden gevolgd door een of meer voorlopige aanslagen. Wanneer een opgelegde voorlopige aanslag te hoog blijkt te zijn (dat kan uit de later ingediende aangifte blijken), kan de inspecteur een negatieve voorlopige aanslag opleggen. In plaats daarvan kan de inspecteur echter ook de oorspronkelijke voorlopige aanslag ambtshalve verminderen. Voor...

Op grond van de Invorderingswet 1990 heeft een belastingschuldige slechts de keuze tussen betalen van de verschuldigde belasting of tijdig melden dat hij niet tot betalen in staat is. Niet betalen zonder tijdige melding betekent voor de bestuurder van een BV dat hij aansprakelijk is voor belastingschulden van de BV. De bestuurder kan de aansprakelijkheid dan alleen afweren wanneer hij aannemelijk weet te maken dat het niet tijdig melden van...