In de media is uitgebreid bericht over de vraag of de Belastingdienst gebruik maken van ANPR-gegevens (automatic number plate recognition, automatische nummerplaatherkenning). Via de ANPR kan de inspecteur zien welke auto, op welk moment, waar heeft gereden. Deze gegevens worden door de inspecteur gebruikt om vast te stellen of er een sluitende ritregistratie aanwezig is, als een belastingplichtige de bijtelling privégebruik auto wil vermijden. Mag hij deze gegevens echter zomaar... |
Selected: Inkomstenbelasting201702
Remove selection(s)
Onlangs heeft het Hof van Justitie EU uitspraak gedaan op vragen van de Hoge Raad over de aftrek van hypotheekrente door iemand die niet in Nederland woont, maar wel inkomen heeft uit Nederland en geen inkomen in het woonland.Uitbreiding mogelijkheden voor aftrekDoor het arrest van het Hof van Justitie EU in de zaak Schumacker uit 1995 konden niet-ingezetenen persoonlijke aftrekposten al in de werkstaat claimen als zij daar 90% of... |
Levert de verhuur van studentenkamers belastbaar inkomen in box 1 of in box 3 op? Als de opbrengsten in box 1 vallen, gaat het dan om winst uit onderneming of om van resultaat uit overige werkzaamheden? Deze vragen zijn onlangs aan het gerechtshof voorgelegd. Bij de verhuur van onroerende zaken wordt de grens tussen vermogensbeheer en onderneming gevormd door de omvang van de persoonlijk verrichte arbeid en het daarmee behaalde... |
De uitkering uit een kapitaalverzekering eigen woning (KEW) is vrijgesteld van inkomstenbelasting wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een lage en een hoge vrijstelling. Voor de lage vrijstelling geldt dat ten minste 15 jaar jaarlijks premie moet zijn betaald. Voor de hoge vrijstelling moet ten minste 20 jaar premie zijn betaald. De jaarpremies mogen de verhouding 1:10 niet overschrijden en de uitkering moet worden... |
Voor de heffing van inkomstenbelasting over de opbrengsten van sparen en beleggen (box 3) wordt een rendement verondersteld van 4% per jaar. Bij de invoering van de Wet IB 2001 heeft de minister van Financiën over dat forfaitaire rendement gezegd dat 4% het reële rendement is dat een particulier op langere termijn met risicovrij beleggen moet kunnen halen.In een proefprocedure over het belastingjaar 2014 over de heffing in box 3 oordeelde de rechtbank... |