Door een explosie in het ruim van een schip raakte een matroos arbeidsongeschikt. De matroos liep bij de explosie armbreuken, een gehoorbeschadiging en brandwonden op. Hij stelde de reder aansprakelijk voor de door hem geleden schade omdat er gevaarlijke stoffen werden vervoerd. De materiële schade bestond uit het verlies aan inkomen door het missen van de zeedagentoeslag en het verlies aan arbeidsvermogen. De reder wees de aansprakelijkheid voor de schade... |