Loonheffingen 2022

Vanaf deze maand is de wet- en regelgeving voor de loonheffingen weer op een aantal punten gewijzigd. Een aantal van die wijzigingen worden in deze blog besproken, te weten op het gebied van de fiscale bijtelling op emissievrije personenauto’s, de ingangsdatum AOW en de werkkostenregeling.

 

Wijziging catalogusprijs emissievrije personenauto’s

Iedereen die minimaal 500 privékilometers per jaar met een auto van de zaak rijdt, krijgt te maken met een fiscale bijtelling. De belastingdienst ziet zo’n auto van de zaak als een looncomponent waarover je belasting dient te betalen. De waarde van de auto wordt voor een bepaald percentage bijgeteld op je salaris. Deze bijtelling wordt voor elektrische (emissievrije) auto’s elk jaar iets hoger. De catalogusprijs (cap) waarover de maximale korting op de fiscale bijtelling voor emissievrije personenauto’s mag worden berekend, is met ingang van 1 januari 2022 verlaagd. Voor 2022 geldt een cataloguswaarde van € 35.000 (was: € 40.000). Dit betekent dat 6% korting (was: 10%) op de normale bijtelling tot maximaal deze catalogusprijs mag worden toegepast. Over de hogere cataloguswaarde betaal je de normale bijtelling van 22%.

 

AOW-gerechtigde ingangsdatum

De regering heeft met ingang van 2022 de ingangsdatum voor de AOW wederom met 3 maanden verhoogd naar 66 jaar en 7 maanden voor mensen geboren tussen 1 september 1955 en 1 juni 1956. Verder zijn de volgende data vastgesteld:

Tabel AOW 2022

 

Wijzigingen werkkostenregeling

Ook zijn er vanaf 2022 een aantal wijzigingen van kracht die betrekking hebben op de werkkostenregeling (WKR). Dit betreft de hoogte van de vrije ruimte, de invoering van de gericht vrijgestelde thuiswerkvergoeding en de regels ten aanzien van de toepassing van de gerichte vrijstelling bij Arbo voorzieningen.

 

Hoogte vrije ruimte

De hoogte van de vrije ruimte voor het kalenderjaar 2022 bedraagt bij een fiscale loonsom tot € 400.000 1,7% (was: 3%). Voor zover de fiscale loonsom € 400.000 te boven gaat geldt een vrije ruimte van 1,18% (blijft gelijk). De verruiming van de vrije ruimte in 2021 over de eerste € 400.000 fiscale loonsom, om iets extra’s voor werknemers te kunnen doen ten gevolge van Covid-19, is zodoende komen te vervallen.

 

Thuiswerkvergoeding

Door Covid-19 werken veel werknemers thuis en velen zullen dat na deze periode blijven doen. De oproep van werkgevers voor een mogelijk onbelaste thuiswerkvergoeding werd steeds groter. Het kabinet introduceert daarvoor per 1 januari 2022 een onbelaste thuiswerkvergoeding van maximaal € 2 per dag (te indexeren vanaf 2023). Deze kosten kunnen worden aangewezen als gerichte vrijstelling binnen de werkkostenregeling en komen zodoende niet meer ten laste van de vrije ruimte. Het kabinet baseert zich voor de hoogte van de vergoeding op een onderzoek door het Nibud naar thuiswerkkosten. Er gelden wel enkele restricties.

De werkgever kan per dag óf de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding óf de onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,19 per kilometer geven. Beide kan niet. Dat geldt ook voor dagen waarop de werknemer bijvoorbeeld in de ochtend thuis werkt en in de middag vanuit kantoor. De werkgever maakt de keuze voor het toepassen van een van beide vergoedingen.

De thuiswerkvergoeding kan op basis van de werkelijke thuiswerkdagen worden uitbetaald. De werknemer en werkgever kunnen ook vaste afspraken maken over het aantal dagen per week waarop de werknemer thuiswerkt. In dat geval kan de werkgever voor administratieve lastenverlichting kiezen en gebruik maken van vaste maandvergoedingen, op grond van de 128/214 dagenregeling en bij parttimers naar rato. Hierbij hoeft geen correctie plaats te vinden als incidenteel op een thuiswerkdag toch op de werkplek wordt gewerkt, of andersom. Is er sprake van een structurele wijziging dan dienen de vaste maandvergoedingen te worden aangepast.

 

Arbo voorzieningen

Tot en met 2021 konden werkgevers de kosten die voor de werknemers gemaakt werden die niet direct samenhingen met de verplichtingen vanuit de Arbowetgeving (denk hierbij bijvoorbeeld aan periodieke persoonlijke medische onderzoeken, stoelmassages, sportactiviteiten, gezonde maaltijden en kosten gemaakt voor een snellere re-integratie van de individuele werknemer) onbelast als gerichte vrijstelling vergoeden. Door een aanpassing in de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 is dit vanaf 2022 niet meer mogelijk.

Onder de gerichte vrijstelling vallen vanaf 2022 alleen nog de kosten die direct samenhangen met de verplichtingen van de werkgever ter bestrijding of voorkoming van veiligheids- en gezondheidsrisico’s van werknemers bij het verrichten van de arbeid. Denk hierbij onder andere aan een ergonomisch verantwoorde bureaustoel, een voetenbankje voor beeldschermwerk, een beeldschermbril en veiligheidsschoenen. Kosten die niet direct samenhangen met de verplichtingen vanuit de Arbowetgeving, zoals bijdragen aan een betere gezondheid en een snellere re-integratie, kunnen nog steeds onbelast worden vergoed voor de werknemers maar zullen dan met ingang van 1 januari 2022 als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte gebracht moeten worden, waarbij er bij een overschrijding van de vrije ruimte eindheffingsplicht ontstaat voor de werkgever.

Heeft u vragen over deze nieuwsbrief of andere thema’s binnen de loonheffingen? Neem dan contact op met onze collega’s Jo Seroo of Anne Opbroek.