Wanneer een vennootschap niet in staat is om aan haar belastingverplichtingen te voldoem moet aan de belastingdienst een melding van betalingsonmacht worden gedaan. Als dat niet wordt gedaan, dan geldt het wettelijk vermoeden dat de niet-betaling aan de bestuurder van de vennootschap is te wijten en is de bestuurder aansprakelijk voor de belastingschuld. Alleen als de bestuurder aannemelijk maakt dat het niet doen van de melding niet aan hem te... |
Selected: 200802
Remove selection(s)
De nummering van de hoofdstukken, afdelingen en artikelen van de Uitvoeringsregeling Belastingen op Milieugrondslag is opnieuw vastgesteld om deze regeling aan te laten sluiten op de gewijzigde indeling van de Wet Belastingen op Milieugrondslag. |
Na een boekenonderzoek bij een horecaondernemer corrigeerde de inspecteur de winst omdat de gerealiseerde brutowinstpercentages in de onderneming zowel absoluut als relatief te laag waren. De inspecteur wist deze stelling echter niet met concrete en verifieerbare gegevens te onderbouwen. De rechtbank vond dat de overige geconstateerde tekortkomingen van de administratie onvoldoende waren voor omkering van de bewijslast. Omdat de inspecteur in hoger beroep dit oordeel van de rechtbank niet bestreed... |
Tegen een besluit dat door de inspecteur ambtshalve wordt genomen staan geen rechtsmiddelen open. Wie daartegen beroep aantekent bij de rechtbank zal volgens vaste jurisprudentie niet ontvankelijk verklaard moeten worden. In afwijking van de heersende leer verklaarde de rechtbank Arnhem zich niet bevoegd om kennis te nemen van een ingediend beroepschrift. De rechtbank had het beroepschrift aangemerkt als te zijn gericht tegen een ambtshalve vermindering door de inspecteur. De rechtbank... |
De Wet op de Omzetbelasting kent een vrijstelling voor diensten van sociale en culturele aard. Voorwaarde voor toepassing van deze vrijstelling is dat de ondernemer geen winst beoogt. De inspecteur weigerde de exploitant van een ijscentrum ondanks het ontbreken van exploitatieoverschotten de toepassing van deze vrijstelling. Omdat de exploitant een BV was werd er volgens de inspecteur winst beoogd. Zou de exploitant een stichting zijn geweest, dan was dit anders,... |
Volgens Hof Den Haag en de Hoge Raad voldoet een buitenlands paspoort met een "verblijfsaantekening" waarin staat dat uitzetting achterwege wordt gelaten hangende een procedure aan de eisen van de Wet op de Identificatieplicht (WID). De inspecteur dacht daar anders over en had aan een werkgever een naheffingsaanslag loonbelasting opgelegd naar het anoniementarief omdat de identiteit van de werknemer niet was vastgesteld volgens de wettelijke voorschriften. De staatssecretaris van Financiën... |
Het belangrijkste principe van goed koopmansgebruik is het realiteitsbeginsel, op grond waarvan baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Indien bepaalde lasten direct toerekenbaar zijn aan bepaalde opbrengsten, dan moeten die lasten ten laste van de winst worden gebracht in het jaar waarin die opbrengsten worden gerealiseerd (matchingbeginsel). Goed koopmansgebruik houdt verder in dat alleen gerealiseerde winsten worden verantwoord, terwijl verliezen mogen worden genomen als... |
De kleding die een verhuisbedrijf verstrekte aan het personeel voldeed niet aan de voorwaarden die in de wet op de loonbelasting worden gesteld aan bedrijfskleding. Volgens Hof Amsterdam was daarom terecht loonbelasting nageheven. De verstrekte kleding bestond uit een spijkerbroek en een andere broek, een poloshirt, een sweater en een jas. Op de broeken zat geen logo. Op de andere kledingstukken was het logo "Erkende verhuizers" aangebracht. Dit logo was... |
De Successiewet bevat een aantal fictiebepalingen. Eén van die bepalingen merkt als een erfrechtelijke verkrijging aan een verkrijging ten koste van het vermogen van de erflater die bij de rechtshandeling, die de verkrijging tot gevolg had, partij was. Deze bepaling is alleen van toepassing onder bepaalde in de wet genoemde omstandigheden. De erflater moet in verband met de genoemde rechtshandeling tot zijn overlijden het genot hebben gehad van een vruchtgebruik. |
Een BV kende optierechten op eigen aandelen toe aan een van haar werknemers. Om aan deze optieverplichting te kunnen voldoen moest de BV eigen aandelen inkopen. Op 31 december 2001 had de BV nog geen dekkingsaankoop gedaan. De BV wilde een voorziening vormen op haar balans in verband met de optieverplichting. Bij het vaststellen van de aanslag accepteerde de inspecteur de voorziening niet. In de procedure naar aanleiding van deze... |